Feb 2, 2013

de Einzelgänger

deel 1
Vrienden noemen me een Einzelgänger, een Einzelgänger ken ik als een begrip uit het Carnaval, iemand die in zijn eentje op stap gaat en als individu een personage verbeeld in plaats van in een groep. Heb eigenlijk nooit een Einzelgänger willen zijn maar kennelijk zien mensen me zo of gedraag ik me zo dat kan natuurlijk ook.

Van nature is de mens geen Einzelgänger, dat kan je zien aan de handen. Ik moest eraan denken toen ik dit schilderij terug vond. Een onaf portret van mij geschilderd door A., het gaat om de hand...






model zitten...
We gaan beginnen, zegt A.
De schilderezel en verf staan al klaar.
A. gaat mijn portret schilderen.
Hij heeft een ongemakkelijke pose bedacht.
Mijn hoofd tegen de muur en mijn hand ernaast.
Ik wil graag je hand erbij, zegt hij.
Je hebt mooie handen.
Anderhalf uur en vier pauzes later, begint er tekening te komen in het schilderij.
Vooral in de hand.
Ik heb nog geen neus en geen mond, maar de hand is mooi.
A. is niet tevreden over de hand.
Het klopt niet, zegt hij. Hij zucht en ploetert.
Model zitten is niet persé prettig, A. zien schilderen is dat wel.
Een pauze later kijk ik of ik inmiddels een mond heb.
Geen mond, geen neus.
Twee pauzes later durf ik het te vragen.
Ben je alleen maar aan mijn hand aan het werken?
Ik heb nog steeds geen mond.

mooie handen...
Na drie uur schilderen besluit A. dat het tijd is om te stoppen.
Heb inmiddels de slappe lach.
Heb uren in een ongemakkelijke houding tegen de muur geleund.
Om een portret te laten schilderen. Het enige wat te zien is.
Een hand en een half af portret. Zonder neus. Zonder mond.

A. blijft aan de hand werken...
om uiteindelijk te concluderen dat de hand mislukt is.
Met de spatel schraapt hij de verf van het doek.
Waar eerst mijn hand zat, zit nu een zwarte vlek.
Wazig. Alsof ik snel met mijn hand heen en weer zwaai.

Modigliani
Modigliani schilderde zwarte gaten i.p.v. ogen.
Waarom schilder je mijn ogen niet, vraagt zijn muze.
Ik kan je ogen pas schilderen als ik je echt kan zien, zegt de schilder.

Waarom schilder je alleen mijn hand, vraag ik de schilder.
Je hebt mooie handen, zegt hij.
Als ik je handen schilder, schilder ik jou ook.

In den beginne was er de vis
De vis zwom in de oceaan.
Sommige vissen zwommen in ondiep water vlak langs de oever.
Waarom zou de vis in ondiep, modderig water willen wonen?
Waarom zou de vis op de oever willen kruipen?
In het water zijn grote vissen en kleine vissen.
Vissen eten vissen. De grote eten de kleintjes.
De vis die liever niet het gevecht aangaat ontwikkelt poten en kruipt het land op.
De mens is een afstammeling van een conflict-vermijdende vis.
Onze armen hebben nog precies dezelfde indeling als de eerste poten van de vis.
Eén bot in de boven-arm, twee botten van de onderarm en de veel botjes in de hand.


Eerst waren er de vissen.
Dieren met een hoofd.
Toen waren er de dieren met een hoofd en ledematen.
Daarna kwamen de dieren met een hoofd, ledematen en een lijf.
En toen was er de mens die op twee benen ging lopen.

Conflictvermijdende vis
Als er geen vredelievende vissen geweest waren was de mens nooit uit de vis geëvolueerd.
Of kan je zeggen dat de mens een laffe diersoort is.
Conflict-vermijdend...

Kindertekeningen
Jonge kinderen volgen in hun tekeningen de evolutie.
Eerst tekenen ze een cirkel. De kop-dieren.
Dan tekenen ze hoofden met ledematen. De kop-voeters.
En daarna een hoofd, een lijf, armen en vingers.
Het is opvallend hoeveel betekenis kinderen geven aan het tekenen van de vingers.
Alsof ze weten dat we zonder die handen nooit het water uit gekropen zouden zijn.

De hand
Wat maakt de hand zo typisch menselijk?
De hand staat symbool voor wie we zijn en wat we kunnen maken.
Grijpen, bouwen en je gedachten realiseren ligt besloten in het complex van botten, zenuwen en bloedvaten. Wat bij het zien van de binnenkant van een hand opvalt is zijn compactheid. De basis van de duim, de muis heeft, vier verschillende spieren. Het bewegen van de duim en hand vergt tien verschillende spieren en wel zes verschillende botten die samen werken. Als je je pols buigt, gebruik je spieren die beginnen in de onder-arm, die overgaan in de pezen en eindigen in de hand. Zelfs bij de simpelste beweging is er een complex samenspel in een kleine samengepakte ruimte.

De anatoom Sir Richard Owen ontdekte dat onze armen, handen en voeten in een groter geheel passen.
Er zit een patroon in het skelet van de arm van de mens. Eén bot in de bovenarm. Twee botten in de onderarm, een groepje van negen kleine botjes in de pols, vijf stapeltjes kootbeentjes die de vingers vormen.
Vrijwel het zelfde schema zie je terug bij kikker, vleermuizen, het paard bv. Alle wezens met ledematen, of dat nu ledematen, flippers of handen zijn hebben een gemeenschappelijk ontwerp. Eén bot, dat overgaat in twee botten, die op hun beurt verbonden zijn met en serie kleine botjes, die verbonden zijn met de kootbeentjes.Neil Shubin
De vis in ons


Prehistorische push-up
Het was een bange vis. Een vis die niet opgegeten wou worden door andere vissen.
Een vis die niet wou vechten om te voorkomen opgegeten te worden.
Die vis zwom naar ondiepe water. Die vis, dat waterhoofd wou de oever op,
Maar een hoofd kan niet kruipen.
Een hoofd kan zichzelf niet opdrukken. Dus ontwikkelde de vis poten en kroop het land op.
Mensen hebben hun complexe instrument, de hand, te danken aan een conflict vermijdende vis.
Die de eerste stap zetten van hoofd naar hoofd met voeten, de kopvoeter.



Tiktaalik
Kinderen weten het nog. Hoe het ging met de evolutie.
Je ziet het aan hun tekeningen. Eerst alleen maar krassen.
Over de grenzen van het papier heen. Grenzen bestaan nog niet.
Dan de cirkel. Het kind ontdekt het verschil tussen zichzelf en de ander.
Daarna tekent het kind de kopvoeters. Hoofden zonder lijf maar met handen en voeten.
De eerste stapjes, net als vis Tiktaalik.



Anna


Meer lezen over Tiktaalik:
Tiktaalik
prehistorische push-up
Meer lezen over kindertekeningen:
ontwikkelingsfase en kindertekeningen
Tekening handen:
André Joosten