Dat
ze op de tuinkabouter gaat afstuderen, dat zegt ze al lang niet meer. Haar
vrienden in het theater vinden dat grappig, op de universiteit is ze nog nooit
iemand tegen gekomen die daar om moet lachen. Veel serieuze mensen op de
universiteit. Toch zou het een geschikt onderwerp kunnen zijn, hoewel er weinig
vakliteratuur over te vinden is.
Ze zitten in een restaurant, de professor met het
zuinige lachje en nog een professor, want je hebt twee professoren nodig die in je geloven als je wil promoveren. De tweede professor lacht graag. Als ze
lacht is dat niet zuinig. Ze lacht vanuit haar buik, voluit en heel hard.
Schuddebuiken noemt ze het zelf. Schuddebuiken, ze gebruikt er een woord van
vroeger voor om haar manier van lachen te omschrijven. De professor met de lach
vanuit de buik heeft al veel eerder aangegeven dat ze twijfels heeft of ze wel
geschikt is om Anna te begeleiden en dat is niet omdat ze niet in kabouters
gelooft, maar omdat ze het onderwerp te breed vind en zij daar niet genoeg vanaf
weet.
De
professor die Anna ‘ons kandidaatje’ noemt - terwijl de drie dames aan tafel
toch niet zo heel veel in leeftijd schelen - de professor met het zuinige lachje
noemt haar onderwerp niet te breed, ze noemt het: barok.
Jij
schrijft barok, zegt ze.
Op de
universiteit hebben ze een bijzonder taalgebruik als ze je willen beledigen. Ze
bestempelen je tot een vertegenwoordiger van een periode in de kunstgeschiedenis.
Als je te horen krijgt dat je schrijfstijl barok is, dan is dat geen compliment.
Stijlperiodes die als barok worden aangeduid hebben als kenmerk dat ze druk
zijn, vol, veel details, emotioneel, in tegenstelling tot klassiek beheerst, en getuigen niet altijd van goede smaak.
Romantisch
is ook zo’n scheldwoord.
Jij
bent romantisch, heeft ze vaak te horen gekregen op de universiteit. Hier
wordt op de universiteit niet een lezer van Boeket-reeks boekjes mee bedoeld,
maar de stroming in de Westerse cultuur aan het eind van 18e eeuw en het begin
van de 19e eeuw in de kunst en het intellectuele leven zich deed gelden. En wat
zegt Wikipedia over de Romantiek?
In de
romantiek werd, in reactie op de Verlichting,
de subjectieve
ervaring als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie,
emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan.
Als je op
de universiteit romantisch genoemd wordt, believe me: not good.
Ik ga weer studeren, zeg
ik tegen Indy. Aan de universiteit
Wat ga je studeren?
Cultuurwetenschappen. Heb
al een idee voor de scriptie. De symboliek van de tuinkabouter.
Indy zwijgt. Een halve
seconde heeft ze geloofd in mijn wetenschappelijke carrière.
Dat wordt onderschat, zeg
ik. Onderzoek naar schijnbaar triviale onderwerpen zoals de
tuinkabouter. In zijn boek De geschiedenis van de lelijkheid heeft
Umberto Eco het over de tuinkabouter.
Dat is Umberto Eco, dat
wil nog niet zeggen dat jij iets slims kan zeggen over de kabouter, zegt Indy.
Daarom ga ik ook studeren,
zeg ik.
Dat
is goed, zegt Indy. Ik denk dat jij gaat bewijzen dat uiteindelijk alles terug
te leiden is tot de tuinkabouter.
Ja,
dat gaat ze bewijzen, nu vijf jaar later. Ze gaat bewijzen dat uiteindelijk
alles terug te leiden is op de tuinkabouter. Maar eerst moet ze weten wat
wetenschap is, dat de Verlichting niets met gloeilampen te maken heeft, ze moet
weten waarom barok en romantiek op de universiteit zo laag gewaardeerd worden,
dat moet ze eerst weten.
Ze
zitten in het restaurant, de professor met het voorzichtige lachje en de professor
met de volle lach.
Ik
denk niet dat je het in je hebt om onderzoeker te worden, zegt de zuinige
professor, wil je niet liever essayist worden? Maar ook daar heeft ze haar
twijfels over of Anna dat kan.
Wat
jammer toch dat door je studie er een fotograaf verloren is gegaan. Je denkt
als een fotograaf, zegt ze alsof ze plotseling een groot inzicht krijgt.
Ja,
ze denkt als een fotograaf wat een verrassing. En fotografen die gaan niet recht
op hun doel af, zoals de professor van haar verlangt. Fotografen zijn geen
kapiteins op een schip dat een rechte koers vaart. Fotografen zigzaggen, ze
springen van ijsschots naar ijsschots, nemen omwegen. Lees Peer Gynt:
eromheen gaan
Het
motto in het toneelstuk Peer Gynt geschreven door Hendrik Ibsen in 1867, met de muziek van Edvard Grieg is: Ga
eromheen. Nergens recht op af, of dwars doorheen, ga eromheen. Volgens Wikipedia betekent dit: altijd maar de makkelijkste weg kiezen. Je
kan het motto ook anders lezen. Eromheen gaan is niet de makkelijkste weg
kiezen, eromheen gaan is een manier om moeilijkheden te overwinnen of inzichten
te verwerven. Net zoals je niet recht in de zon kunt kijken, kan je soms beter
niet recht op je doel afgaan, dat is een gedachte die in de wetenschap leeft,
maar in het echte leven is dat niet altijd de beste methode.
Geduld
dus, dit is een langzaam verhaal...